Dit concept is gebaseerd op mijn eigen biografie. Op mijn negende ben ik naar Nederland gekomen en er begon voor mij een periode van verwarring en balans zoeken tussen, sterk van elkaar verschillende waarden en normensystemen. Deze zoektocht en de verworven inzichten mondden in 2000 uit in het IK en WIJ concept, waar ik sindsdien mee werk.
Participerend in de wereld van multiculturele samenleving en diversiteitsvraagstukken, vroeg ik me elke keer af, als zich een thema indiende, waar het in feite om ging. Zelf had ik last van de term ‘cultuur’. Er werd te veel op cultuurverschillen gegooid waardoor mijns inziens de afstand groter werd in plaats van kleiner. We bleven hangen in symptomen waardoor het ene maatschappelijke probleem werd afgelost door een andere. Het werd me te benauwd om vanuit cultuurverschillen en achterstanden naar de multiculturele vraagstukken te kijken.
Geen ‘cultuur’ maar ‘oriëntatie’
Om een breder kader te kunnen creëren, heb ik de term ‘cultuur’ vervangen door ‘oriëntatie’. En ook wilde ik de bril hoe er doorgaans naar diversiteit wordt gekeken, in de context van de tijdsgeest plaatsen. Sommige zogeheten waarden van mensen uit een collectieve oriëntatie komen namelijk overeen met de waarden en normen van de samenleving waar we nu in leven, voordat het individualisatieproces op gang kwam.
Een ander aspect is dat er te weinig oog was voor de verworvenheden van zowel de individuele als de collectieve oriëntaties. De discussie en het beleid richtte zich te veel op de schaduwkant van deze verworvenheden. Wat bij de ene oriëntatie de norm was, was bij de andere een onderdrukking. Zo heb ik een reeks van verworvenheden en schaduwkanten geïnventariseerd, puttend uit mijn eigen ervaring. (Zie voor meer informatie: Missie IK en WIJ en Stichting Middenvelders.)
De visie van waaruit ik werk:
De vraag in ‘wat voor een samenleving’ willen we leven, staat centraal voor alles wat ik doe. Een veilige samenleving waar een ieder zichzelf kan zijn; streven naar harmonie en begrip. Hiervoor zie ik als oplossing dat we met elkaar, alle oriëntaties leren om gebruik te maken van elkaars hulpbronnen, zonder deze vanuit aannames weg te wuiven. Maar eerder nieuwsgierig leren worden naar de ander.
Of we zien dat bepaalde problemen onopgelost blijven, zoals geringe participatie in de Nederlandse samenleving van collectief georiënteerde gemeenschappen.
Een van de belangrijkste valkuilen hierbij is, dat problemen zich opstapelen en zelf verergeren omdat ze niet vanuit de eigen dynamiek van deze gemeenschappen zijn benaderd, maar vanuit de dynamieken die horen tot een geïndividualiseerde samenleving. Een goed voorbeeld is radicalisering.
Andere dynamiek
Deze dynamieken zijn niet goed of fout, echter ze sluiten niet aan bij waar men staat binnen de collectief georiënteerde gemeenschappen. Omdat daar hele andere dynamieken gaande zijn. Bijvoorbeeld, het beleid rond eergerelateerd geweld heeft voor een groot deel te maken met de geïnternaliseerde gender ongelijkheid binnen collectief georiënteerde samenlevingen. Het geweld komt voort uit overtuigingen die niet meer functioneel zijn en heel diep geworteld zijn. In plaats van allerlei instrumenten te ontwikkelen, waardoor professionals op de verkeerde been worden gezet, was het veel effectiever geweest om een belangrijk thema als eergerelateerd geweld in te bedden in de context van gender- ongelijkheid en algehele context van hulpverlening aan mensen uit een collectief georiënteerde gemeenschappen.
Door vanuit ‘IK’ te blijven kijken, ontbreekt compleet beeld van de context
Door deze thematiek vanuit IK te benaderen, zullen vele professionals, ondanks alle trainingen die ze hebben gehad, op een IK manier blijven kijken omdat ze geen beeld hebben van de context. Het kwalijke hiervan is, dat dit thema als gefragmenteerd stuk wordt uitgelicht, waardoor de professional niet in staat is om naar de hulpbronnen te kijken van iemand. Hij of zij is evenmin in staat de diepe betekenis van het behoren tot een collectieve gemeenschap in de hulpverlening te integreren.
Dus er is een vertaalslag nodig als we bepaalde thematieken die binnen de collectief georiënteerde gemeenschappen speelt, te vertalen naar de eigen dynamieken die geldig zijn binnen de eigen collectieve historische continuïteit.
Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de IK verworvenheden. Bovendien kunnen mensen die gezien en gehoord worden in hun eigen culturele dynamieken, beter participeren en hun eigen culturele verworvenheden met trots zichtbaar maken.
Daarbij kan de IK-samenleving zich toegang verschaffen naar de WIJ-verworvenheden en WIJ-hulpbronnen.
Voor mij betekent dit de basis van gelijkwaardigheid binnen de multiculturele Nederlandse samenleving.